De Ellerhuizerbrug (archieffoto).
De Ellerhuizerbrug (archieffoto).

Groninger Belang vraagt aandacht voor Paddepoelsterbrug en Ellerhuizerbrug

Algemeen

ELLERHUIZEN - De situatie rond de Paddepoelsterbrug bij Groningen en de Ellerhuizerbrug bij Ellerhuizen heeft tot vragen geleid bij de Statenfractie van Groninger Belang.


GB heeft gemerkt dat inwoners ontevreden zijn over de voortgang van de Paddepoelsterbrug. De Paddepoelsterbrug is volgens Groninger Belang dan ook een zorgenkindje dat aandacht verdient. ,,Deze brug is in 2018 aangevaren en wordt pas in 2025 heropend. De langdurige stremming zorgt voor veel hinder en ongemak bij de mensen die de brug dagelijks gebruikten om op plaats van bestemming te komen”, zegt Statenlid Bram Schmaal. Groninger Belang vindt het onwenselijk dat de realisatie van de nieuwe Paddepoelsterbrug pas in 2025 zal zijn en verzoekt het college te onderzoeken of dit bespoedigd kan worden.

Ellerhuizerbrug

Ook vraagt GB aandacht voor de Ellerhuizerbrug. ,,De stremming van de Ellerhuizerbrug leidt tot frustratie bij de fietsers die dagelijks kilometers moeten omfietsen”, zegt Schmaal. ,,Het is omwonenden en de lokale politiek niet duidelijk hoe lang de renovatie zal duren en hoe groot de overlast zal zijn. Graag willen wij weten welke rol het provinciebestuur, voor zich ziet om deze ontstane onzekerheid weg te nemen en de renovatie te bespoedigen”, aldus Schmaal, die dan ook een serie vragen over deze burggen, plus de Gerrit Krolbrug in Groningen, aan het provinciebestuur heeft gesteld.

‘Droevig gesteld’ 

,,Het is droevig gesteld met de bruggen in de provincie. Met alle negatieve gevolgen van dien”, stelt Schmaal dan ook. Die partij wil dan ook dat het provinciebestuur zich maximaal gaat inspannen om de problemen rond de bruggen weg te nemen en de mobiliteit in de provincie te waarborgen. GB  denkt daarbij onder meer aan een lobby richting Den Haag om extra geld vrij te maken. ,,Ook zal een gedegen en passende oplossing ertoe bijdragen dat recreatie en toerisme in onze provincie behouden blijft en wellicht kan worden versterkt.”